presenteren overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: prissenteren (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. presenteren

    De soldaot presenteerde het geweer (Barger Oosterveld)

    Zal ik de worst even prissenteren (Sleen)

    Zij mot zuk presenteren, misschien wordt ze wal annomen veur dei betrekking (Barger Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...