preukel -s, de
  1. gereedschap om mee te peuteren(Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord)

    Hij zit mit een preukel in het vuur te preukeln (Smilde)

    Zie ook:
  2. (verkl.) klein kind(Kop van Drenthe)

    Wat een klain preukelie is dat! (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...