priem -en, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: prieme (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), preeim (Midden-Drenthe), preim (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. priem

    Met een priem kuj gatties in een riem maken (Oosterhesselen)

    Een priem is rond en een pen-else is veerkaant (Pesse)

    Zie ook:
  2. breinaald(Kop van Drenthe)

    Ze het braaien op de preimen (Roderwolde)

    Zie ook:
  3. gereedschap bij de slacht(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Wij gebroekten ok priemen um de worsten dicht te binden (Drouwen)

    pruun

    Zie ook:
  4. hooiroede, ijzer om warmte in de hooiberg te peilen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Steek de priem in het heui, het is net of de bult bruuit (Padhuis)

    heuiiez(d)er

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...