priespaol bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: prinspaol (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Noord), prinsepaol (Midden-Drenthe), principaol (Zuidwest-Drenthe Zuid)

Bron: H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen
  1. principaal, beslist

    Ik bin het er priespaol met iens (Sleen)

    Hij wil dat persies zo edaone hebben en neet aanders; daor steet hij prinspaol op (Diever)

    De prinspaolsten in de gemeente

    De prienspaolste

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...