punt I -en, de, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: punte (Zuidwest-Drenthe)

  1. stip

    Der zaten allemaol zwarte punties op het glas (Barger Compascuum)

    De punties op de i zetten (Hollandscheveld)

    Zie ook:
  2. leesteken

    Ie moet aachter an de zin een punte zetten (Dwingelo)

    Zie ook:
  3. Wij zet er een punt achter

    Punt, oet! (Sleen)

    Zie ook:
  4. plaats

    Op dat punt moew bij mekaar kommen (Stieltjeskanaal)

    Zie ook:
  5. onderdeel

    IJ moet dat punt goed in de gaten holden (Sleen)

    Het was tot in de punties verzörgd (Eexterveen)

    Zie ook:
  6. kwestie, zaak

    Over dat punt bunt wie het nog lang nich mit 'nkander eins (Barger Oosterveld)

    Het punt is dat e zuk niet zeein laoten hef (Eext)

    Dit punt is ofhandeld (Roderwolde)

    Daor moej gien punt van maken (Klazienaveen)

    Zie ook:
  7. waarderingscijfer

    Het is mooi, aj goeie punten op het rapport hebt (Wapse)

    Die koe hef hoge punten veur het stamboek (Zuidwolde)

    Zie ook:
  8. hoeveelheid werk(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe)

    Daor kunnen wij nog een mooie punt zetten (Een)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...