Ook: punde (Veenkoloniën)
spits toelopend voorwerp
Ik kreeg toch een punt van de toorte, die kreeg ik nich op (Barger Oosterveld)
De drumpel van de kaarke op Smilde is even hoge as het puntie van de toren ien Möppel (Wapserveen)
Kinder hebt altied de punte van het potlood (Wapse)
Daor kuj een punt(ien) an zoegen (Hooghalen)
De dechte van de lamp brandt in een punt, maak hum even schoon, anders walmt het zo (Barger Compascuum)
Dommet kriej punten an de oren
rand
Hij zit aaid op de punt van de stoel (Sleen)
An de punte van de schöppe zit gold, an de punte van de ploeg zit zulver (Hoogeveen)