Ook: rotten (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)
rotten
De rogge lig op het laand te rötten (Hijken)
De eerappels begunnen te rötten (Emmer Compascuum)
Het fruit lig te rötten under de boom (Gieten)
stinken, een wind laten(Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Die vent lig de hiele dag te rotten (Hoogeveen)
Zit niet zo te rötten, of hej siepels had? (Weerdinge)