raanseln II onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. dik eten

    In dat huukien kan dat pèerd zich nog mooi even ranseln (Padhuis)

    Hie is misselijk van het eten; har e mor niet zo raanseln moeten (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...