rabat -ten, het, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe

Ook: rebat (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. smal gordijntje, valletje

    Achter de beddedeuren zatten rebatten (Sleen)

    Het rebattien was het strookien veur de beddegerdienen langs (Stieltjeskanaal)

    Ik heb een schoon rabat veur het berre daon (Roderwolde)

    Zie ook:
  2. donder, lichaam(Midden-Drenthe)

    Hij kreeg flink wat op het rabat (Dwingelo)

    Zie ook:
  3. ronding(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Een ronding baoven an een plaanke neumt ze ook een rabat (Hoogeveen)

    Zie ook:
  4. (zoz, zw, md), in

    op het rabat

    Der was veul volk op het rabat

    Hij mus bij de plietsie op het rebat kommen (Sleen)

    Al naor gelang ze wèer wat beter weur, kwam ze ok wèer wat mèer op het rabat

    Koom der mor gerust mit op het rabat (Kerkenveld)

    Zie ook:
  5. (zoz, zwz), in

    op/ van het rabat

    Deur die iene koe kwamen ze almaol op het rebat (Sleen)

    Ien op het rabat brengen

    Ie raakt zo hielemaol van het rebat

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...