radploeg de
  1. ploeg met twee wielen voor, maar ook een ploeg met één enkel wieltje voor(Zuidwest-Drenthe)

    Een radploeg is een holten ploeg met een groot en een klein rad. Het grote rad luup deur de voor en (Stieltjeskanaal)

    De radploog weur meest gebroekt veur het zwart maken, en as ze deep plogen wolden, weur de hevel een (Hijken)

    Een radploeg hef ien rad en een stelploeg twei raan (Broekhuizen)

    is een holten ploeg met ien rad (Mantinge)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...