ragen overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: raegen (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. zuiveren van spinrag

    Zo nou en dan muj ies ragen, aans zit alles ien de kortste keren onder het spinnerag (Hoogeveen)

    Veurdaj de kamer doet, moej eerste even ragen (Coevorden)

    Zie ook:
  2. schoonmaken(Zuidwest-Drenthe Noord)

    Wij moet de kachelpiepen even raegen (Dwingelo)

    Zie ook:
  3. wijken door droogte(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Die tunne raegt uut mekaer deur de dreugte (Wapserveen)

    Die tonne muj een nacht ien het water gooien, hij begunt te ragen (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...