rechtoet bijwoord
  1. rechtuit

    Hij ree rechtoet en kwam op de kop in de sloot (Barger Oosterveld)

    Loop mor rechtoet, dan kom je in de kaomer (Roderwolde)

    Zie ook:
  2. eerlijk

    Hij zeer het hum rechtoet, waor het op stun (Mantinge)

    Die meensen bint rechtuut, daor kuj van opan (De Wijk)

    Die kerel is rechtuut rechtan (Nijeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...