reddig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. van iem. die weet wat hij wil

    Het was een reddige meid (Nieuw Schoonebeek)

    Die man let zuk niks anpraoten, hij is reddig (Schoonebeek)

    Zie ook:
  2. netjes(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Het is daor altied even reddig (Zuidwolde)

    redde

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...