redding
Die arfenis was zien redding; hie was an de latten (Sleen)
Hij zeup zoveul, veur hum was gein redding meer meugelijk (Roswinkel)
gereedschap(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord)
Hej oen redding bij mekaer? (Dwingelo)
Hé jong, pak je redding toch is op en hang het op (Eext)