reerdompe -n, de, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: rèer..., roer...

  1. kegelvormig blaasinstrument

    Hij hef uut de baste van een ap sap siep een rèerdompe emaakt (Hoogeveen)

    Een roerdompe is een eigengemaakte fluite van hupholt (Uffelte)

    huppe

    rèerdompe (Ruinerwold)

    Zie ook:
  2. janker

    Oeze Garriet, dat was as jonggien toch zo'n reerdompe, die har altied de bek lös (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...