reeuw het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: riw (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), rew (Kop van Drenthe)

  1. tuig, goederen, gereedschap

    Aj wat maoken willen, moej goud reeuw hebben (Roderwolde)

    Zie hebt an het schuurtie nog een oetbouw maokt, daor mot nog wat riw under

    Wat kwam der een reeuw lös op de bouldag

    reive

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...