regenpiep de
  1. regenpijp

    Hij klom langs de

    regenpiepe umhoog (Barger Oosterveld)

    De regenpiepe zit verstopt

    mit blad (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. pijp van de uit twee delen bestaande regenbroek(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Regenpiepen (...) met een lintien under de schoenen deur en ze zaten an de bovenkaant an de zelen va (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...