Ook: reei(e), reei (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), reeie (Zuidwest-Drenthe Noord), r(a)ai (Kop van Drenthe)
(meet)lat
Een stucadoor bruukt een raai om te zein of alles vlak is (Roderwolde)
Mèten mit de reie (Nieuw Schoonebeek)
Hol de rei er mor even bij langs (Zweelo)
reilat
balk, vooral die, waaraan de stalpalen zijn vastgemaakt(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)
Der is een kram oet de reei, ...rei (Sleen)
Dat mes heb ik bruukt, mor ik heb hum op de rei legd (Anloo)
Bözzel en roskam ligt op raai (Eexterveen)
Leg de sleutel mar op de rei in het stookhok
Een rei boven het raom