rekbaar bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. rekbaar

    Elastiek is rekbaor (Zeyen)

    Het is zo rekbaar as elastiek (Hoogeveen)

    Zie ook:
  2. Zun gezegde is wel rekbaor

    Zien geweten is nogal rekbaor (Gasselte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...