repel I -s, de, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: rèpel (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), reppel

  1. vlasrepel

    Het vlas over de repel haelen (Dwingelo)

    Der mus nog heil wat vlas repeld worden, man de repel was kört

    Zie ook:
  2. Een over de repel haolen

    hekel

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...