reuteln onovergankelijk, werkwoord, zwak, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: reudeln (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), rötteln

  1. snel en voortdurend spreken

    Het kind begunt al aordig te reuteln

    Zie ook:
  2. pruttelen

    As de piepe reutelde, mus de pieperaeger der an te passe komen (Wapse)

    De koffie stiet op de kachel te reuteln (Dwingelo)

    Zie ook:
  3. een rammelend geluid maken(Veenkoloniën)

    De klokke reutelt, der mot ein beetje eulie bie (Emmer Erfscheidenveen)

    reutern

    Zie ook:
  4. poken, rakelen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Wil ie nog even in het vuur reuteln? (Hooghalen)

    reukeln

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...