Altijd in combinatie met
hiele
alles en iedereen
Zij hebt de hiele reutemeteut op bezuuk had, toen de baos jaorig was (Schoonebeek)
De hiele reutemeteut kan mij hier niks meer schelen (Hoogeveen)
troep, rommel
Ik heb de hiele reutemeteut opruumd (Exlo)
Wij hebt de hele reutemeteut weg egooid (Fluitenberg)
reut II