Ook: rib (Midden-Drenthe)
rib
Ik heb last van die underste ribbe (Sleen)
Wie zult hum is flink wat op de ribben geven
Zörg daj wat um de ribben holdt
Hij is zo mager, hij schit deur de ribben (Roswinkel)
Het gat oetleinen en zölf deur de ribben schieten
Hij lat zuk veur een dubbeltien een gat deur de ribben boren
Die hef een ribbe te veul
Je kunt zien ribben wal tellen
Even um de ribben houwen
Het was een ribbe uut mien lief
ouderwetse schaats
Olderwetse scheuvels mit een dunne hals en dunne iezers mit baovenan een keupern ekkel nume wij ribb (Broekhuizen)
Die olde ribben lopen nog goed (Klazienaveen)
smalle zeis(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe)
Een rib is een smal blad van een zwao (Eext)
...is een klein soort zeinde (Hijken)
een smallere kortere zende (Wijster)
opstaonde raand van de zwao (Zeyen)
onvergraven strook veen(Zuidwest-Drenthe)
In uutgeveende plassen zat hier en daor zo'n ribbe (Zuidwolde)
Bij törfgraven leuten wij een ribbe staon um het water tegen te holden (Elim)
rim
turfril(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)
Een laankwaarpige staepel törf kunne wij een ribbe numen (Wapserveen)
As de törf dreugen mus, wörden ze in ribben zet (Weerdinge)
strook veekoek(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
De koene kriegt elke dag 6 ribben koeke (Padhuis)
stuk witbrood(Zuidwest-Drenthe Zuid)
De bakker bakte een hele grote stoete en dan kuj der per ribbe van kopen (Ruinen)
ribbegiesbrood
scharminkel(Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Wat is dat een magere ribbe van een kerel (Geesbrug)
...ain maogere ribbe van een kerel
dam in een sloot (wp) *
Aj het gat weggeeft, kuj deur de ribben schijten
Dat was ien de tied toe as de meinsen nog gien gat haren en deur de ribben scheten (Ruinerwold)
doe de kraaien nog gien kont hadden (Barger Compascuum)