riegeln I onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: regeln (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. in grote hoeveelheden vallen

    Het zaod regelt er uut (Hoogeveen)

    De haogel riegelde van het dak of (Emmer Erfscheidenveen)

    De appels riegelt van de boom (Anloo)

    De hounder dout het best, de aaier riegelt er of (Barger Compascuum)

    Zie ook:
  2. in grote getale komen, gaan etc.

    Even leden was het hier nog stil, noou riegelt het volk der langs (Eext)

    Het was almaol auto's, het riegelde mor an (Roderwolde)

    Het volk riegelde hen Roldermark (Ekehaar)

    De krallen riegelden over de vloor (Gasselte)

    In het schuurtje riegelden de ratten over de vlouer (Tweede Exloërmond)

    Zie ook:
  3. veel praten(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    As hij ien keer an het woord was, dan regelde hij mar deur (Havelte)

    Zie ook:
  4. ritselend vallen(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Het koren is zo dreuge, het riegelt almaol op de grond (Klazienaveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...