roboks -en, de, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: rauwboksem (Zuidwest-Drenthe Zuid), rowmoes (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. enigszins ruigharige hond

    Een wat ruige hond was een roboks (Padhuis)

    Zie ook:
  2. wat ruw persoon(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Dat is zo'n rauwboksem, die kan aoveral op en deur (Hollandscheveld)

    Zie ook:
  3. sloddervos

    Wat een roboks, hij zet er niet netties uut (Dwingelo)

    Wat bi'j een rowmoes (Diever)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...