rodolmig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. rood, sterk ijzerhoudend

    Het water is hier aordig rodolmig, maor de smaak is wal good (Beilen)

    In die putte zit rodolmig waeter, ie kunt er nog gien ummer mit schone kriegen (Dwingelo)

    redoerig

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...