roeg bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: ruug (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. ruig, ruw

    Moek hej veural bij pèerde met roege bienen

    Hij hef een roege kop met haor (Drouwen)

    Dat is roeg holt

    Hij is barre ruug in het wark

    Wat is dat een roeg endie mens!

    Het gung er nao de brulfte nogal ruug toe (Ruinerwold)

    Knechtenwark is het roege, zwaore wark (Zwinderen)

    Aj in de winter met natte handen boeten lopen, hej zo roege handen (Norg)

    As kraaien zo wild in de lucht vleigen, is het een teiken dat er roeg weer op komst is (Peize)

    Een roege wind (Hijken)

    Vrogger hadden de vrouwlu in het roeg wark een zakken schoet veur

    Zie ook:
  2. lomp, onbeschaafd, vooral van taal

    Ze bint daor nogal ruug in de mond (Noordscheschut)

    Naorgelang het laeter wörde, wörde de proot wat roeger (Dwingelo)

    Hie zung roege liedties (Sleen)

    Zie ook:
  3. niet erg kieskeurig op eten en drinken

    Hij is roeg in het tuug, man hij is ok roeg in het eten (Roswinkel)

    In die hoesholding bint het roege etters, het stek heur niet zo nauw (Schoonebeek)

    Het is een roege vreter (Roderwolde)

    Zie ook:
  4. onverzorgd

    Wat lop dende der roeg bij

    Het is een schiere kerel, mor hie lop aaid met roeg goed (Sleen)

    Wat was e weer roeg antrokken (Eexterveen)

    Met een haalf uur kan e der weden en ik loop nog roeg en rauw

    Zie ook:
  5. ruig, niet bewerkt

    Det stukkien grond lig er arg ruug bij (Broekhuizen)

    Zie ook:
  6. globaal, ongeveer

    Dat is roeg schat (Anloo)

    Die koe mut ten ruugst, ...op zien roegst 1500 gulden kosten (Hoogeveen)

    De klompenmaker geet de oetgezöchte stukken holt eerst ten roegste behakken (Hijken)

    Zo ten roegsten bai 100 gulden

    Het wuur ten roegsten oetrekend (Sleen)

    Zie ook:
  7. kwaad(Zuidoost-Drenthe)

    Zie hebt hum de kop roeg maokt

    Hij wur zo roeg in de kop dat e zien buurman wat op de mieter geven hef (Vries)

    Zie ook:
  8. met veel stro(Zuidoost-Drenthe)

    Roege mest dat is mest met veul stro (Ekehaar)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...