Ook: roegen (Midden-Drenthe), roegen II
(in grote hoeveelheden) vallen
De proemen roegelt van de bomen (Broekhuizen)
Het zaod roegelt er oet, wij moet een klied tussen de bult en de wagen leggen (Sleen)
De tun roegelt oet mekaor
Het behang leut los en de kalk roegelde der aachter langes (Wapse)
lawaai maken(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Ie kunden de vogels heuren roegeln onder de pannen (Nieuw Amsterdam)
slordig afwerken(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Daor bennen ze gauw even overhen roegeld (Klazienaveen)