Ook: roesterig, rostig (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), ruusterig (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
roestig
Dat stuk iezer is zo roestig, ...roesterig (Sleen)
Aj de boudel neit in het vet holden, dan wordt het roestig (Peize)
Hij har in een roestige spieker etrapt (Hoogeveen)
met schimmel
De eerpels bint rostig, mor de schup is roestig (Eexterveen)
niet te sterk
Wat bint dat roesterige biggen (Padhuis)
ruw, wild, gezegd van het weer(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)
Wat doej met zuk roestig weer der toch oet (Stieltjeskanaal)
Wat is het roesterig, ...ruusterig weer (Padhuis)
ruigharig
De koenen bint roesterig in het haor
ruw, van een huid(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Hij hef een roege, roestige hoed (Barger Compascuum)