romig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. romig

    Het was hiele romige beschutenmelk, die ze hen zo'm jonge moeder brachten

    Zie ook:
  2. gekleurd door ijzer in de grond(Midden-Drenthe)

    Romige slo

    rodolmig

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...