rommel de
  1. rommel

    Bij de grote schoonmaok kwam heel wat rommel veur de dag

    Alles wat overbleef, was rommel

    Blief met de vinger van mien rommel of

    Die rommel brengt niks op (Exlo)

    Aj de boel niet bijholdt, wordt het gauw een rommeltie (Odoorn)

    Het is mor een bai 'nkander zöcht rommelie

    Zie ook:
  2. grote hoeveelheid(Zuidoost-Drenthe)

    Op zolder steeit een heeile rommel körven klaor veur het eerpelkrabben (Eext)

    Wat hest doe ja een rommel trommegies op bossem staon (Valthermond)

    Hie hef er een hiel rommeltien van

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...