roof I roven, dehet, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: rove (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord), roef (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. kap van de klomp

    Hij trapte de

    roef van de klompe (Pesse)

    Hie hef 't roef, ...roof van de klomp of, der möt even een hoepien over (Sleen)

    loof II, oproefsel

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...