rouwkoop de
  1. rouwkoop, uitkoopgeld

    Aj spiet van een koop hebben, dan moej rouwkoop betalen (Klazienaveen)

    Ik wil oe wel rouwkoop geven (Dwingelo)

    Hij gaf 25 gulden en kun de kou holden (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...