Ook: ruisen
tochtig zijn
Zukke mooie motten en zij ruit niet (Zuidwolde)
Wij vernimt er gien ruien an, en dan kuj hum ok niet onder de bere jagen (Hollandscheveld)
Het varken is weerumme ruid (Geesbrug)
ruist weerum
weerumroezen, weerummeruien