rund -er, het
  1. , weinig gebr

    Zie ook:
  2. rund

    Het woord rund wordt niet bruukt as anduding van veei, meer as anduding van een bepaold soort persoo (Eext)

    Rund is een Nederlands woord veur kou (Emmer Compascuum)

    Hij is zo dom as een rund (Hoogeveen)

    Zie ook:
  3. dom persoon

    Wat bin ie toch een rund! (Beilen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...