parfum, lekkere geur
Woj een beetien ruuk, ...rukerij van mij op de buusdoek hebben? (Sleen)
Het wicht hef wat ruuk achter de oren daon (Eext)
Neemt nog maar ies wat roek op de doek
Ik heb jou een flessie lekker roek metnomen (Eexterveen)
Muskusparfum is lekkere roek (Hollandscheveld)