sabel -s, de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: iris, saobel, saebel (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. sabel

    Vrogger had de plietsie een sabel an de fiets hangen (Padhuis)

    Hij was niet bange, hij gunk er mit de blanke sabel op of (Geesbrug)

    Zie ook:
  2. lisbloem, Typha latifolia c.q. T. augustifolia(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Der waren blauwe en gele saebels in de sloot (Dwingelo)

    sabelbloem

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...