schaans -en, de, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: schanse (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. schans

    Zij bint daor op de schaans an het fietsejagen (Padhuis)

    Zie ook:
  2. (als eigennaam) Emmerschans

    Wie hadden eerder land op de Schanse (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...