scheepskrooier de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: scheep... (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord), schute... (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), ..kruler (Zuidwest-Drenthe Zuid), ..kruier (Veenkoloniën), ..kroder (Veenkoloniën)

  1. degene die de turf naar het schip kruide

    De schutekruler was zo'n beetie de baos, die had het veur het zeggen (Geesbrug)

    had vrij wonen (Weiteveen)

    De man die de törf op het schip krooide, was de schutekrooier; die ze van de bult wegheul, was de b (Nieuw Dordrecht)

    scheepsploug

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...