scheepsploug de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: scheepsvolk (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), schipladers, ladersploeg (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. geheel van personen, die betrokken waren bij het laden van een schip en bepaalde hoeveelheden verwer

    De scheepsploug bestun oet 4 vulsters, 2 lougers, 2 stougers, 1 schutekrooier en 1 of meer bijkrooie (Barger Compascuum)

    Veur het laden waren er 7 vrouwlu en een schutekruulder en een paar bijkruulders, ong. 35 à 40 ton (Geesbrug)

    acht dagwark van 60 - 80 doezend (Odoorn)

    ...as ze febriekstörf verlaoden mussen konden ze wel een 60.000 per dag doen (Schoonoord)

    ...7 vrouwen en 5 man, naar gelang de lengte 1 bijkruier, meer of minder. Zie verwarkten 400 m. in t (Schoonebeek)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...