scheren II overgankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. spannen

    Over dat parkie moej even wat touwgies scheren, anders vreet de vogels het op (Klazienaveen)

    Met een bruloft wuurd er altied touwgien scheerd

    Vrogger mussen wij bij het oetzetten van turfringen eerst de liende scheren (Nieuw Dordrecht)

    Wat scheert die harfstdraoden weer over het land (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...