schetsen overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. schetsen, een schets maken

    Hie zat bij de kerk van Zweel te schetsen (Zweelo)

    Zie ook:
  2. identificatietekening maken

    De schatters komt oous kaalver schetsen, zie mout in het fonds (Eext)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...