Ook: scheute (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
scheut
Doe mij der nog mar een scheut melk bij in (Klazienaveen)
De brij worde in water ekaokt en dan der een scheut pullemelk in (Hollandscheveld)
pijnscheut
Hij kreeg een scheut in de rug (Eelde)
spruit van een plant
Der komp nog een neie scheut an die plant (Oosterhesselen)
rukwind
Der kwam een scheut wind, de platen rabbelden op de schuur (Sleen)
De wind kwam aal bij scheuten van opzied
groei(Midden-Drenthe)
Eerst wol het neet mit det kiend, mar nou zit er scheut in (Ruinen)
Dat kind, daor zit niks gien scheut in, dat blif een dwargien (Stieltjeskanaal)