schieter -s, de

Spellingvarianten als bij: schieten I

  1. schieterplank

    Mit de scheiter scheut de bakker de stoete in de oven (Barger Compascuum)

    schussel

    Zie ook:
  2. doorschietende plant

    Der zatten wel schaiters in de bieten (Eexterveen)

    Het liekt mit de andievie niet best, daor zit al schieters tussen (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...