schildpad -den, de
  1. schildpad

    Die jonge hef een schildpadde ekregen op zien verjaordag (Broekhuizen)

    As der een langs gung met een bochel weur der vaak zegd: Wij kriegt regen, de schildpadden kruupt (Hijken)

    Den hef een schildpad op de rug

    Een schildpad was een scheldnaam veur een gebochelde (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...