schilfer -s, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: schölfer (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. schilfer

    Jan hef roos ien het haor, hij hef allemaol van die schilferties op de kop (Barger Compascuum)

    Der is een schölfer van dat mooie koppien (Oosterhesselen)

    Zie ook:
  2. dun plakje

    Wij kregen mor een schilfertie keze op het brokkie (Diever)

    Zo'n dun schilfertie, dat keuj toch gien fetsoenlijke plakke koeke numen! (Hollandscheveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...