schilferig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: schölferig (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), schulferig (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. schilferig

    Die koppies bint allemaole wat schilferig (Geesbrug)

    De hoed op de kop wordt schilferig (Peize)

    Een schölferige hoed kan flink jokken (Rolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...