schimmel
  1. de

    Zie ook:
  2. schimmel

    Der zit schimmel op de jam, laow het mor vortgooien (Sleen)

    Geld mot in bewegen blieven, aans komp de schimmel der op (Eext)

    Die kan je de schimmel wel oet het brood holden

    Zie ook:
  3. roos(Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Hij het schimmel in het haor (Roderwolde)

    schin, schillerij

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...