schimmig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord
  1. wazig

    Dat is zo'n schimmig verhaal. Of der wat van woor is? (Barger Compascuum)

    Ik kan niks zein, het is mie zo schimmig veur ogen (Roswinkel)

    Zie ook:
  2. schemerig(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Het wordt aovend, het wordt al schimmig (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...