schobben I meervoud
  1. de kladden

    Hij greep hum bie de schobben en gooide hum op de grond (Barger Compascuum)

    Hij wol weglopen, maar ik greep hum nog net bij de schobben (Noordscheschut)

    Zie ook:
  2. schouders

    Wat hef die vent schobben

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...